De provincies Zuid-Holland, Zeeland en Utrecht moeten dringend miljoenen meebetalen aan het aanleggen van stroomkabels in hun regio, als het aan netwerkbedrijf Stedin ligt. De energietransporteur in deze provincies roept de nieuw te vormen colleges hiertoe op in een brandbrief, zo schrijft dagblad Trouw.

In ruil krijgen de provincies een klein aandeel in het netwerkbedrijf, dat nu eigendom is van 42 gemeenten.

Stedin ontvangt het geld liever vandaag dan morgen. Door de oorlog in Oekraïne is de energietransitie in een stroomversnelling gekomen. In heel Nederland wordt het elektriciteitsnet zwaarder belast door elektrische auto’s, warmptepompen en zonnepanelen. Dit leidt steeds vaker tot problemen.

Lees ook: Meer stroom uit zonnepanelen en windmolens: 40% elektriciteit kwam in 2022 uit hernieuwbare bronnen

Het Rijk beloofde eerder al toe te treden als aandeelhouder. Dit levert Stedin een half miljard euro op.

Als de provincies de hand op de knip houden, zal dat gevolgen hebben voor inwoners en bedrijven, waarschuwt financieel topman Danny Benima van Stedin in de brief. De energietransitie loopt dan vertraging op, waardoor auto's niet aan de laadpaal kunnen en huizen en bedrijven afhankelijk blijven van gas.

Netbeheerders Enexis en Alliander moeten ook fors investeren in de energietransitie, maar hebben vooralsnog genoeg geld in kas. Zij vragen gemeenten om soepelere procedures en begrip.

De zwakke financiële positie van Stedin is terug te leiden naar 2017. Toen Eneco het netwerkbedrijf zes jaar geleden verplicht afstootte, kreeg Stedin weinig geld mee. Daarnaast verhoogt de zompige grond in de regio waar Stedin actief is de kosten van werkzaamheden voor de netbeheerder.

LEES OOK: Nederland kampt vanaf 2030 mogelijk met een stroomtekort door afhankelijkheid van wind en zon, waarschuwt netbeheerder